Colin McRae zette zijn opmars in het kampioenschap voort met een tweede opeenvolgende overwinning. Voorafgaand speelde er dit keer een nauwere strijd met Richard Burns dan in voorgaande ronde. De Subaru-kopman stond tot aan het begin van de slotetappe nog aan de leiding, maar zag McRae stukje bij beetje naderen en uiteindelijk voorbij gaan, enigszins benadeeld doordat hij op de slotdag als eerste rijder over de proeven de onverharde wegen moest schoonmaken en McRae tegelijkertijd grotendeels dicteerde over de resterende proeven. Tommi Mäkinen en Carlos Sainz waren met het schoonvegen de grootste slachtoffers tijdens de eerste etappe, maar terwijl Mäkinen zich daardoor liet verrassen en al snel uit de rally verongelukte, maakte Sainz vanaf de zaterdagproeven een zwang richting het podium. In het slot zou hij deze ook grijpen nadat Marcus Grönholm's Peugeot hem met een technisch probleem opnieuw in de steek liet; aan de finish een identiek podium als in Argentinië daarmee een feit.