Inktpot

Adres: Moreelsepark, Utrecht
Bouwjaar: 1918-1922
Architect: J.W. van Heukelom
Restauratie architect: Architectenbureau J. van Stigt
interieurarchitect: Merkx en Girod
Opdrachtgever: NS Vastgoed
Bouwbedrijf: Bouwbedrijf Strukton
Bouwsom: €13.600.000,-
Start bouw: 1999
Jaar van oplevering: 2002
Bijzonderheden: Rijksmonument

 

Categorie: Tag:

Beschrijving

INLEIDING


Een onverwoestbare kolos is de bijnaam, maar de kolos was langzamerhand wel aangetast door de tijd en terecht werden er hogere eisen aan de werkomstandigheden gesteld. De kwaliteiten van het gebouw kwamen in het beleven, door alle dagelijkse ongemakken en de ingetreden verloedering, onvoldoende tot hun recht. Het was een zwart geblakerd gebouw geworden met een unheimische uitstraling. Dat hebben
we veranderd uitgaande van de volgende vragen; hoe benut je nu juist de kwaliteiten van het gebouw, hoe zorg je dat gebruikers dagelijks plezier hebben van en trots zijn op hun unieke werkomgeving? Vanzelfsprekend zorgen zij dan ook beter voor ‘hun huis’. Een nieuw leven voor een oud gebouw. Dat is wat wij als bureau heel veel gedaan hebben bij hergebruik van (jonge) monumenten; het Olympisch Stadion, maar ook het Droogbakgebouw Amsterdam, enige Cuyperskerken en bijv. het voormalige AZU hoofdgebouw hier in Utrecht. Benutten van kwaliteiten ook door de goede functies op de juiste plaats te leggen, flexibiliteit in te bouwen en als team te opereren: met opdrachtgever, installatieadviseur, aannemer en gebruikers. Uiteraard is er de volledige vrijheid om zelf tot eigen indeling en inrichting te komen na onze herstel operatie, maar tenminste rekening houden met wensen en extra gebruikersmogelijkheden gedurende de herstelaanpak is economisch en bespaart ook tijd en levert zo ook extra kwaliteit op.

DE INGREEP

De grootste ingreep na de bouwtijd was het verdwijnen van de binnentuin en het bouwen van een extra laag op het middengebouw. Het gebouw is nu rijksmonument, maar de tand des tijds was aan het knagen. Ad hoc waren steeds aanvullingen gemaakt om problemen op te lossen, van warmte, kou, zon etc. De vele schilderlagen zorgden ervoor dat de ramen niet goed sloten en tochten en vooral de kouval verslechterde het tochtgevoel. Binnen was veel getimmerd; opbouwvloertjes, tussenwanden, verlaagde plafonds en de slijtage van 80 jaar gebruik was zichtbaar. Heel jammer was ook de deels dichtgetimmerde trappenhuizen en de armoedige verlichting. Als je goed keek was overal de ‘grandeur’ nog te zien. De rimpels moesten wel weg gepoetst.

WAT IS ER GEBEURD

De gevels zijn geheel gereinigd, ook om technische reden, en daarna gerepareerd; alle ijzer, zonweringen etc. zijn van de gevels afgeweest. De kozijnen kunnen niet uit de gevel. Zij zijn in het werk behandeld, en voorzien van een bijzonder glas (HM) dat warmtewerend is en in de oorspronkelijke kleur teruggebracht. Aan de binnenzijde zijn de tegeltableaus weer van verf ontdaan en is er lichtwering aangebracht. Tenminste 1 raam per travee is te openen (hoewel dit klimaattechnisch niet nodig zal zijn) Het glas in lood heeft een voorzetbeglazing aan de buitenzijde gekregen. De toiletgroepen zijn geheel vernieuwd, en uitgebreid, met hergebruik van de kozijnen, neuten etc. De oorspronkelijke tegelvloeren lopen weer door vanuit de gang. De licht mosterdkleurige Sfinx wandtegel is opnieuw gemaakt. Toegevoegd zijn minder valide toiletten, douches ,kleedvoorzieningen voor personeel en werk/bergruimten. De kopieerkamertjes e.d. zijn verplaatst naar de 4 inwendige hoeken. Plaatselijk met name t.p.v. de toren is  sanitair toegevoegd (boven) en verwijderd (beneden). Ook op straatniveau zijn de sanitair groepen uitgebreid.

VENTILATIE EN KLIMAAT

Simpel samengevat: de RGD norm is gerealiseerd. Dat uit te voeren in een monument  was indertijd  minder eenvoudig, we spreken immers over 2002. De aanvoer boven de bestaande gangplafonds en inblazend hoog in de vertrekken, zomers gekoeld, en retour via de gangen en de trappenhuizen m.n. Noord en Zuid. Gebruik is gemaakt van warmte terugwinning en de gebouw karakteristieken massa, diepe neggen etc. Heel belangrijk daarbij is ook het warmtewerende glas. De toren en de toiletgroepen hebben hun eigen systeem gekregen mede vanwege leidingloop en belastingsfactoren. De gangen zijn heel belangrijk in de gebouwkarakteristiek; de plafonds en verlichting zijn in elk geval aangepakt. De gangen hebben in het oorspronkelijke concept een grote meerwaarde: een ontmoetingsruimte. Het was vooral een passageruimte geworden waar je zo snel mogelijk uit wilde. We hebben de functie weer teruggehaald met  koffieruimten, printers, een pantrymeubel etc. Het gebouw heeft verder een individueel/persoonsgebonden toegangscontrole systeem gekregen via een drietal tourniquets. Bezoekers kunnen alleen nog maar via de hoofdingang naar binnen.

KANTOREN

De kantoren zouden oorspronkelijk geheel zo blijven, toen wij startten met de onderhoudsopgave in augustus 1999. Het alternatief om het gebouw naar ‘RGD norm’ te brengen (in belangrijke mate voortkomend uit de klimaateisen) maakte het mogelijk om de ruimten zo in te richten dat ze aan alle eisen voldoen en weer in  oorspronkelijke staat zijn hersteld
Alle niet monumentale binnenwanden zijn er uit; de kolommen, jukken en balken zijn zichtbaar. Opbouwvloeren en verlaagde plafonds en armaturen zijn verdwenen. Er is een nieuw plafond gekomen: ecophone, geluiddempend en HF (hoogfrequent) vrijhangende armaturen, met een daglicht regeling. Een hoogwaardig verticaal basis (glasvezel) net,  en nieuwe platte plintradiatoren die de raamkarakteristieken versterken.
Het zijn volwaardige kantoorruimten geworden waar de allure van het originele gebouw (ontwerp van  1921) op diverse plekken weer is terug te zien.

Evelyne Merkx  heeft het interieur van dit gebouw verzorgd.

 

Het zwarte eenzaam ogende gebouw  is na grondige renovatie weer licht en zichtbaar, een plek waar publiek wil komen en een prachtig voorbeeld van de baksteen architectuur van de Nieuwe Tijd . Terecht een hoofdkantoor van de NS om weer trots op te kunnen zijn.

 

Op de kaart