Mihály Munkácsy
Mihály Munkácsy | ||||
---|---|---|---|---|
Zelfportret
| ||||
Persoonsgegevens | ||||
Volledige naam | Michel Weiler | |||
Geboren | Moekatsjevo, 20 februari 1844 | |||
Overleden | Endenich, 1 mei 1900 | |||
Geboorteland | Hongarije | |||
Beroep(en) | kunstschilder | |||
RKD-profiel | ||||
Website | ||||
|
Mihály Munkácsy (Moekatsjevo, 20 februari 1844 – Endenich, 1 mei 1900) was een Hongaars kunstschilder.
Leven en werk
[bewerken | brontekst bewerken]Mihály Munkácsy werd geboren als Mihály Leó Lieb, zoon van meubelmaker Mihály Lieb en Cecília Reök. Zijn geboorteplaats Moekatsjevo viel destijds onder het Koninklijk Hongarije, in de moderne tijd onder de Oekraïense oblast Transkarpatië. Munkácsy werd opgeleid in de schilderkunst door de rondtrekkende schilder Elek Szamossy. Hij verbleef enige tijd in Pest en werd door een beurs van de Staat in staat gesteld in het buitenland te studeren. Hij studeerde achtereenvolgens bij Karl Rahl aan de kunstacademie van Wenen (1866), de kunstacademie van München en bij Ludwig Knaus aan de kunstacademie Düsseldorf (1868).
Munkácsy schilderde onder meer landschappen, genrestukken, portretten en stillevens. In 1867 ging hij voor het eerst naar Parijs om de Exposition Universelle te bezoeken. In 1870 debuteerde hij op de Parijse salon met zijn werk Le dernier jour d'un condamné ('De laatste dag van een veroordeelde'), waarvoor hij de gouden medaille ontving. Van 1872 woonde hij ook in de Franse hoofdstad. Met steun van mecenas baron Édouard de Marche kocht hij zijn eerste atelier en wijdde hij zich aan de salonkunst. Hij gaf les en raadgevingen aan onder anderen Michel Heiter, Gaston Linden, Alexander Mann en József Rippl-Rónai.
Na de dood van De Marche trouwde Munkácsy in 1874 met diens weduwe Cécile Papier (1845-1915).[1] Ze inspireerde hem om grote en extravagante projecten te realiseren en begeleidde de artistieke carrière van haar echtgenoot.[2] Het echtpaar Munkácsy verbleef 's zomers geregeld in het kasteel Colpach in Luxemburg, dat Cécile vanuit haar eerste huwelijk had verkregen.[3] Munkácsy toonde zijn werk ook in Luxemburg. In het najaar van 1894 nam hij met het olieverfschilderij Le dessert deel aan de eerste salon van de Cercle Artistique de Luxembourg.[4][5]
Munkácsy werd jarenlang geplaagd door stemmingswisselingen en depressies. Hij werd opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis in Endenich bij Bonn, waar hij op 56-jarige leeftijd overleed. Het Musée national d'histoire et d'art in Luxemburg-Stad organiseerde in 1996 de tentoonstelling "Munkácsy et le Grand-Duché de Luxembourg".
Enkele werken
[bewerken | brontekst bewerken]-
Le Christ devant Pilate (1881)
-
Le Golgotha (1884)
-
Ecce Homo (1896)
-
Femme charriant un fagot (1873)
-
Chemin poussiéreux I (1874)
-
École de Colpach (1875)
-
Parc Colpach (1886)
-
Leçon de piano (1890)
-
La Conquête du pays (1893)
Onderscheidingen
[bewerken | brontekst bewerken]- Gouden medaille (1870) op de Parijse salon
- Ridder (1877) en Officier in het Legioen van Eer
- ↑ Jules Mersch (1954) "Madame de Munkacsy: 1845–1915", Biographie nationale du pays de Luxembourg, deel 6, p. 471-503. Luxemburg: V. Buck.
- ↑ Sabine Weber (2018) "Die Ehefrauen der Malerfürsten und ihr Rolle in der Gesellschaft", in Rein Wolfs (2018) Malerfürsten. Bonn: Bundeskunsthalle/Hirmer Verlag. ISBN 9783777431383. p. 91-97.
- ↑ "Château de Colpach", industrie.lu. Gearchiveerd op 24 december 2024.
- ↑ "Munkacsy", L'Indépendance luxembourgeoise', 23 augustus 1894; "Les Beaux-Arts à l'exposition du travail", L'Indépendance luxembourgeoise, 25 augustus 1894.
- ↑ Jos Welter, red. (1993) Rétrospective : Cent ans d'art luxembourgeois 1893-1993. Luxemburg: Cercle Artistique de Luxembourg / Crauthem: Lux-Print. ISBN 2-919970-24-0