Sociale media
Sociale media (de Engelse termen social media en socials zijn ook in het Nederlands gangbaar) is een verzamelbegrip voor online platforms waar de gebruikers, zonder of met minimale tussenkomst van een professionele redactie, de inhoud verzorgen. Hoofdkenmerken zijn interactie en dialoog tussen de gebruikers.
Marketingprofessoren Kaplan en Haenlein definiëren sociale media als "een groep internetapplicaties die gebruikmaken van de ideologie en de technologie van Web 2.0 en de creatieve uitwisseling van User Generated Content".[1][2] Er zijn onder andere de volgende sociale media: blogs, microblogs (bijvoorbeeld Mastodon, Tumblr, Bluesky en 𝕏; voor juli 2023 bekend als Twitter), groepschat-apps (bijvoorbeeld Snapchat), social bookmarking (bijvoorbeeld Pinterest), videosites (bijvoorbeeld YouTube, Vimeo en TikTok), internetfora, op samenwerking gebaseerde projecten als Wikipedia, en sociaalnetwerksites als Facebook, Reddit, LinkedIn en Instagram (en voorheen Google+, Orkut en Hyves).[3] Ook chatapps op telefoons, zoals WhatsApp, worden gerekend tot sociale media.
Via deze media delen mensen verhalen, kennis en ervaringen. Dit doen zij door berichten te publiceren of door gebruik te maken van ingebouwde reactiemogelijkheden. Voorbeelden van dit laatste zijn weblogs, waar lezers reacties achterlaten op een reactieformulier of met trackbacks.
Geschiedenis
[bewerken | brontekst bewerken]Het is onduidelijk wie de Engelse term 'social media' voor het eerst heeft gebruikt. Omdat er nog altijd onenigheid is over de exacte definitie, is het moeilijk een scherp afgebakend overzicht te geven van de ontwikkelingsgeschiedenis van sociale media.
De bekendste vorm van sociale media zijn sociaalnetwerksites. Het eerste voorbeeld hiervan (1997) was Six Degrees.[4]
Toch werden reeds aan het eind van de jaren 1970 de mogelijkheden van computerondersteunde communicatie (CMC) verkend.[5] Vroege voorlopers van sociale media waren Usenet (1980) en de eerste bulletin board systemen, zoals FidoNet, gevolgd door onder meer AOL (1989) en CompuServe. In 1994 ontstond GeoCities, daarna kwamen Friendster, Myspace en LinkedIn in 2003, in 2004 Orkut en Facebook.
Verdienmodel
[bewerken | brontekst bewerken]De winst van sociaalnetwerksites berustte doorgaans op de verkoop van persoonsgegevens van hun gebruikers voor reclamedoeleinden, meer bepaald om potentiële klanten zo gericht mogelijk aan te spreken. Dit roept vragen op over privacy, hoewel veel jongeren daar geen probleem in zagen.[6] Eind de jaren 2010 kwam dit verdienmodel onder druk, zowel van consumenten als van overheden, zodat meer en meer werd gedacht aan betalende abonnementen: sedert 2018 bij YouTube Premium, in augustus 2022 bij Snapchat, eind 2022 bij Twitter, vanaf 2023 mogelijk ook bij Facebook en Instagram.[7][8]
Invloed
[bewerken | brontekst bewerken]Politiek
[bewerken | brontekst bewerken]Politieke organisaties zetten geregeld sociale media in om hun doel te bereiken. Een opstand tegen de regering van Moldavië in 2009 wordt wel de "Twitterrevolutie" genoemd, omdat die website gebruikt werd voor het plannen van protestacties.[9] En meer recent wordt de motor achter de politieke veranderingen in het Midden-Oosten (zoals Tunesië, Egypte en Syrië) toegeschreven aan de vrijheid en de communicatiemogelijkheden die sociale media bieden. Echter, er is kritiek op het toeschrijven van revoluties aan sociale media, omdat er ten tijde van de opstand in Moldavië zeer weinig Twitteraccounts in dat land actief waren[10] en bij de Arabische Lente speelden sterke sociale verbanden en strategie een belangrijkere rol dan sociale media[11].
Werkgevers
[bewerken | brontekst bewerken]Werkgevers gebruiken sociale media om meer te weten komen over sollicitanten.[12] De overheid gebruikt sociale media voor het ontdekken van fraude en andere criminaliteit en het meer te weten komen over de daders.[13]
Gedachte-experimenten
[bewerken | brontekst bewerken]Sociale media kan ook worden gebruikt voor gedachte-experimenten, met name omdat onderzoekers op die manier in één klap een grote groep mensen kunnen bereiken. Een voorbeeld van zo'n gedachte-experiment is Man of beer uit 2024.
Sociale media en kinderen
[bewerken | brontekst bewerken]In Frankrijk werd in juni 2023 voor sociale media wettelijk een minimumleeftijd van 15 jaar vastgelegd, waaronder kinderen toestemming van hun ouders nodig hebben bij inschrijving, al is nog niet besloten over de precieze uitvoering, in afwachting van een mogelijke Europese regeling.[14] In Australië moeten platforms als Facebook, Instagram, TikTok, X, Snapchat en Reddit er op termijn voor zorgen dat personen tot 16 jaar geen account kunnen maken. Ze mogen gebruikers echter niet dwingen om hun identiteitskaart of andere digitale identiteitsgegevens op te sturen. De overheid is bezig een systeem voor leeftijdverificatie te ontwikkelen. Platforms kunnen dat gaan gebruiken, of een eigen systeem.[15]
Nadelen
[bewerken | brontekst bewerken]Het gebruik van sociale media brengt ook nadelen met zich mee:
- De gemakkelijke toegankelijkheid tot aankoopwebsites zorgt ervoor dat online shoppen met een paar klikken op het web snel kan worden afgehandeld. Voor sommigen is dit een zegen, voor anderen leidt dit tot verslaving. Positieve recensies van enkele kopers kunnen het koopgedrag van sommige klanten beïnvloeden. Hierdoor wordt vlugger een aankoop gedaan, hetgeen op termijn kan leiden tot buitensporige aankopen.[16]
- Wanneer een gebruiker van een socialmediaplatform een mededeling plaatst over een bepaald verkoopartikel/dienst of iets wat daaraan verwant is, kan dit tot gevolg hebben dat diegene door middel van cookies in kaart wordt gebracht bij de verkoper/producent van dat verkoopartikel/dienst. Commerciële partijen brengen gebruikersprofielen in kaart om hun producten beter te kunnen positioneren - en in sommige optieken: de klant beter te kunnen bespelen. Het handelsbelang is voor grote sociale media dan ook belangrijker dan het sociale aspect van de platformgebruikers. Het gaat dan dus vooral om de macht van de (juiste) algoritmes.
- Zodra iets op het internet verschijnt, wordt dit zichtbaar voor iedereen. De grens met privacy wordt hierdoor enorm dun. Mededelingen als Morgen eindelijk een week naar Italië. of Een dagje ontspanning in Center Parcs met het gezin betekenen voor criminelen de ideale gelegenheid om toe te slaan bij de afwezigen.[17]
- Ontevreden klanten kunnen hun ontevredenheid uiten op het web. Winkels en bedrijven kunnen op hun beurt reageren op klachten. Opmerkingen waarbij reacties van ondernemers uitblijven, kunnen een slecht imago met zich meebrengen. Dit vergt vrijwel constante aandacht van ondernemers om de klanten tevreden te houden, wat enorm tijdrovend is.[18]
- Het feit dat sociale media zo makkelijk toegankelijk zijn, opent de weg voor online pesten, dreigementen of afpersing. Het anoniem verzenden van een dreigement wordt via sociale media dikwijls gewaarborgd. Dit cyberpesten kan voor de tegenpartij psychisch een sterke impact hebben op het zelfbewustzijn met mogelijk een zware depressie of zelfs zelfmoord tot gevolg.[19]
Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]- Internetforum
- Microblogging
- Microtargeting
- Wiki
- Sociaalnetwerksite
- Social media monitoring
- Social bookmarking
- The Social Network (film, 2010)
- The Social Dilemma (film, 2020)
- ↑ Kaplan, Andreas M., Haenlein, Michael (2010) Users of the world, unite! The challenges and opportunities of social media, Business Horizons, 53(1), p. 59-68, p. 61.
- ↑ Kaplan, Andreas M., Haenlein, Michael (2010) Uitdagingen en kansen rond social media, Management Executive, 8(3), 18-19.
- ↑ Aichner, T.; Jacob, F. (2015). "Measuring the Degree of Corporate Social Media Use". International Journal of Market Research 57(2), 257–275.
- ↑ danah boyd, Social Network Sites: Definition, History, and Scholarship, Journal of Computer-Mediated Communication, 13(1), article 11. Geraadpleegd 19 september 2009.
- ↑ (en) Hiltz, Starr Roxanne, Murray Turoff (1993). The Network Nation: Human Communication via Computer. The MIT Press. ISBN 9780262291156.
- ↑ Jongeren houden van gepersonaliseerde reclame op sociale media. knack.be (11 oktober 2012). Geraadpleegd op 28 februari 2023.
- ↑ (en) The case for new social media business models. MIT (16 juni 2021). Gearchiveerd op 3 december 2022.
- ↑ Straks 11 euro per maand betalen voor Facebook of Instagram? Abonnementen in opmars bij social media (19 februari 2023). Gearchiveerd op 22 februari 2023.
- ↑ Twitter is snel, anoniem en onbetrouwbaar, NRC Handelsblad, 12 april 2009.
- ↑ Small Change: Why the revolution will not be tweeted, The New Yorker, 4 oktober 2010. Geraadpleegd 24 maart 2012.
- ↑ The Delusions of the Cyber-Utopians, Quadrant Online, 1 april 2011. Geraadpleegd 19 januari 2015.
- ↑ Baert, S. (2015) Do They Find You on Facebook? Facebook Profile Picture and Hiring Chances. IZA Discussion Paper Series, 9584.
- ↑ Social Media and Tactical Considerations for Law Enforcement
- ↑ Frankrijk verscherpt regels rond toegang sociale media voor kinderen. Het Nieuwsblad (29 juni 2023). Gearchiveerd op 29 juni 2023. Geraadpleegd op 3 december 2024.
- ↑ Kathleen Heylen, Australië verbiedt sociale media voor kinderen en jongeren onder 16 jaar: ook Senaat keurt voorstel goed. VRT Nieuws (28 november 2024). Geraadpleegd op 3 december 2024.
- ↑ Marketingfacts
- ↑ Socialmediastg[dode link]
- ↑ Mediaoptimaforma
- ↑ Infosocialmedia