Jan Jacob Vool
Jan Jacob Vool (Altenkirche, circa 1745 – Amsterdam, 30 juni 1819) was een Nederlands orgelbouwer van Duitse komaf.
Leven en werk
[bewerken | brontekst bewerken]Vool kwam omstreeks 1775 naar Amsterdam en trouwde in 1780 of kort daarna met Geesje Klijnveldt.[1] Hij werkte vanuit de Eerste Weteringdwarsstraat[2] en bouwde een beperkt aantal kerkorgels. Hij was gespecialiseerd in huisorgels en kabinetorgels. De Algemene muziek encyclopedie noemt een kerkorgel te Boskoop (niet meer aanwezig) en kabinetorgels in 's-Hertogenbosch en in de Menkemaborg in Uithuizen.[3] Dat laatste bouwde hij in 1777 samen met Hermanus Adolfus Groet; het werd in 1935 in permanente bruikleen van het Groninger Museum in deze borg geplaatst. In de eerste jaren van de 21e eeuw werd het gerestaureerd door Mense Ruiter.[4] Na het overlijden van zijn collega-orgelbouwer Johannes Stephanus Strümphler in 1807 voltooide Vool het orgel van de Amstelhof in Amsterdam.
- ↑ Het bericht van ondertrouw in 1780 meldt Jan Jacob 35 jaar oud. Zie Stadsarchief Amsterdam: Ondertrouwregister
- ↑ Het adres komt voor op zijn Verklaring van overlijden. Zie Weduwe, Familieberichten: bericht van overlijden. Opregte Haarlemsche Courant (8 juli 1819). Geraadpleegd op 6 mei 2024 – via delpher.nl.
- ↑ Jozef Robijns, Miep Zijlstra: Algemene muziek encyclopedie, Haarlem: De Haan, 1979-1984, ISBN 978-90-228-4930-9, deel 10, pagina 184 Vool wordt ook genoemd in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek van Blok/Molhuysen.
- ↑ Het Orgel over het kabinetsorgel in de Menkemaborg (geraadpleegd 6 mei 2024)