Sigbjørn Obstfelder
Sigbjørn Obstfelder (Stavanger, 21 november 1866 – Kopenhagen, 29 juli 1900) was een Noorse modernistische dichter en schrijver.
Leven
[bewerken | brontekst bewerken]Obstfelder werd geboren in een bakkersgezin met zestien kinderen. Met een beurs kon hij in Kristiania filosofie gaan studeren en later werktuigbouwkunde, maar beide studies maakte hij niet af. In 1890 vertrok hij naar Amerika, waar hij werkte als technisch tekenaar en een poging deed componist te worden, maar een jaar later keerde hij berooid en ontgoocheld terug. In 1892 belandde hij met een zware depressie in een psychiatrisch ziekenhuis. Na zijn ontslag zwierf hij door Scandinavië, zonder rust te vinden. Hij had een turbulent huwelijk met de Deense zangeres Ingeborg Weeke (1876-1930). In 1900 overleed hij te Kopenhagen aan tuberculose, op 43-jarige leeftijd. Hij werd begraven op de dag dat zijn eerste kind, Lili, werd geboren.
Werk
[bewerken | brontekst bewerken]Na zijn terugkeer uit der Verenigde Staten vond Obstfelder zijn roeping als dichter en schrijver. Hij maakte vooral naam met modernistische poëzie, onder invloed van de Franse symbolisten, Walt Whitman en Søren Kierkegaard. Zijn werk getuigt van een existentiële levensangst en het gevoel "op de verkeerde planeet te zijn beland". Zijn werk is zwaarmoedig en neoromantisch van aard. Vaak zocht hij een toevlucht in een mystieke spiritualiteit en duistere motieven, mede geïnspireerd door Rainer Maria Rilke. Veel van zijn gedichten kenmerken zich door een verholen, gesublimeerde erotiek. Hij wordt wel gezien als de literaire equivalent van kunstschilder Edvard Munch, die tot zijn vrienden behoorde.
Obstfelder wordt beschouwd als Noorwegens eerste modernistische dichter, met name omdat hij afstapte van de rigide ritmische regels en zijn eigen vrije versvormen creëerde. Hij zocht daarbij vooral naar een zekere muzikaliteit. Datzelfde geldt voor zijn gedichten in proza, die vooral na zijn dood erkenning vonden. Zijn vroege proza kenmerkt zich, net als zijn gedichten, door een zekere stilistische beheersing van het gevoel, vooral gericht op verinnerlijking, veel meer dan op het uiterlijke verloop van het verhaal. In zijn latere proza kan een soort van pantheïsme worden ontwaard, bij tijd en wijle uitgedrukt is een bijna psychotische stijl. Met name in zijn laatste, onvoltooid gebleven roman Dagboek van een priester komen regelmatig schizofrene en hallucinatorische beelden voor.
Obstfelders werk is niet of nauwelijks in het Nederlands vertaald.
Jeg ser (Ik zie)
[bewerken | brontekst bewerken]Noors origineel
Jeg ser paa den hvide himmel, Dette er altsaa verden. En regndraabe! Jeg ser paa de høie huse, Dette er altsaa jorden. De graablaa skyer samler sig. Jeg ser paa de velklædte herrer, Hvor de graablaa skyer blir tunge. Jeg ser, jeg ser... |
Nederlandse vertaling
Ik kijk naar de wittige lucht, Dit is dus de wereld, Een regendruppel! Ik kijk naar de hoge huizen, Dit is dus de aarde, De grijsblauwe wolken pakken zich samen, Ik kijk naar de goedgeklede heren, De grijsblauwe wolken worden dikker. Ik kijk, ik kijk..., |
Bibliografie
[bewerken | brontekst bewerken]- Digte (Gedichten), 1893
- To novelletter (Twee novellen), 1895
- Korset (roman), 1896
- De røde dråber (toneel), 1897
- En præsts dagbog (roman), posth. 1900
- Efterladte arbeider (Nagelaten werk), 1903
- Samlede skrifter I-III (Verzameld werk), 1950
Literatuur en bronnen
[bewerken | brontekst bewerken]- A. Bachrach e.a.: Encyclopedie van de wereldliteratuur. Bussum, 1980-1984, deel NOM-Q, blz. 35. ISBN 90-228-4330-0
Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- (no) Biografie door Tot Herveit
- (en) Biografische gegevens op Brittanica.com
- (no) Gedichten van Obstfelder