muziekboek

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  muziekboek    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• mu·ziek·boek

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  muziek  en  boek 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	muziekboek	muziekboeken
verkleinwoord	muziekboekje	muziekboekjes

Zelfstandig naamwoord

het muziekboek o

1. (onderwijs) een schoolboek waarin geleerd wordt over muziek.
2. (muziek) een boek waarin muziekstukken in notenschrift staan.

Verwante begrippen

• [1] aardrijkskundeboek, biologieboek, economieboek, geschiedenisboek, godsdienstboek, handvaardigheidboek, informaticaboek, natuurkundeboek, scheikundeboek, techniekboek, tekenboek, wiskundeboek
• muziekles, muziekleraar, muzieklerares, muzieklokaal, muziekonderwijs

Vertalingen

    1.   

Engels: music book (en)

Spaans: libro de música (es) m

Gangbaarheid

• Het woord muziekboek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.