tabak
Uiterlijk
- ta·bak
- Leenwoord uit het Spaans, in de betekenis van ‘gedroogde planten die gerookt worden’ voor het eerst aangetroffen in 1577 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tabak | tabakken |
verkleinwoord | tabakje | tabakjes |
de tabak m
- genotsmiddel afkomstig van de bladeren van de tabaksplant, Nicotiana tabacum , dat wordt gerookt, gekauwd en gesnoven
- in de meeste landen is tabak verantwoordelijk voor 30% van alle kwaadaardige tumoren [3]
- ergens tabak van krijgen
ergens genoeg van hebben en niet willen dat het doorgaat
- Het wordt echter steeds moeilijker de spade te hanteren in de schuttersput. Plotseling krijg ik er tabak van. Met enige houterige acrobatiek - je bent zo jong als je je voelt - slaag ik erin te ontsnappen. [4]
1. een genotsmiddel afkomstig van de bladeren van de tabaksplant, wordt gerookt, gekauwd en gesnoven
- Het woord tabak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tabak" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "tabak" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ etymologiebank.nl
- ↑ www.tegenkanker.be
- ↑ Valens, AntonHet compostcirculatieplan 2016 ISBN 978-90-254-4685-7 pagina 13
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /tɐˈbɑk/ (Etsbergs)
tabak o
enkelvoud | meervoud | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
geheel | gemuteerd | verkleind | gemuteerd verkleind | geheel | gemuteerd | verkleind | gemuteerd verkleind | |
nominatief | tabak | - | tabekske | - | - | - | - | - |
genitief | tabaks | - | tabekskes | - | - | - | - | - |
locatief | tabakkes | - | tabakkeske | - | - | - | - | - |
datief | tabakke | - | tabekske | - | - | - | - | - |
accusatief | tabak | - | tabekske | - | - | - | - | - |
tabak
- ta·bak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | tabak | tabaklar |
genitief | tabağın | tabakların |
datief | tabağa | tabaklara |
accusatief | tabağı | tabakları |
locatief | tabakta | tabaklarda |
ablatief | tabaktan | tabaklardan |
tabak
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Limburgs
- Woorden in het Limburgs met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Limburgs
- Woorden in het Tagalog
- Zelfstandig naamwoord in het Tagalog
- Woorden in het Turks
- Woorden in het Turks met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Turks